Literatuur
- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin o.a. "Osendrop": blz. 340
- Meischke, R., De gotische bouwtraditie. Amersfoort (Bekking), 1988cop. [305 blz. ISBN 90.6109.1977]. Hierin "Huizen en keuren": blz. 208-253 (Bewerking van eerdere publicatie in: J.G.N. Renaud (red.), "Rotterdam Papers II", Rotterdam, 1975, blz. 89-116). Hierin o.a. "De osendrop": blz. 211-213, "Stenen muren met druipstrook": 241
- Zippelius, Adelhart, Das Bauernhaus am unteren Deutschen Niederrhein. Deel in de serie 'Werken und Wohnen. Volkskundliche Untersuchungen im Rheinland', nr 1. Wuppertal (Martini & Grüttefien [206 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 129
- Leray, Jean-Pierre, Châteaux, bastides, commanderies du Périgord. Périgueux (Pierre Fanlac), 1976 [105 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 42 ("[...] La règle prescrivait de laisser entre chaque maison un espace appelé endronne, destiné à empêcher la propagation des incendies. Trop étroits pour être nettoyés, ces espaces sur lesquels donnaient les latrines, étaient, en fait, un réceptacle pour les détritus et les immondices. La protection qu'ils assuraient était d'autant plus théorique que les murs ont généralement fini par se rejoindre à mi-hauteur" - dit is de relevante tekst volledig)